Woensdagavond 30 september hield Henk Tennekes voor 35 belangstellenden een lezing over bijensterfte. Henk is toxicoloog en mede-initiatiefnemer van de landelijke petitie ‘stop de bijensterfte’. Op deze avond nam hij op nauwgezette wijze en met bronvermelding de wetenschappelijke stand van zaken door.
Vooral toonde hij aan hoe de dramatische sterfte van de bijen samenhangt met de verruimde toepassing van nieuwe soorten landbouwgif sinds 2004, zoals imidacloprid. Overigens vermeldde hij ook dat andere oorzaken bijdragen aan de massale bijensterfte, zoals de Varroa-mijt, de darmparasiet Nosema en een virale infectie. De bijensterfte is hoogstwaarschijnlijk het gevolg van een samenspel van factoren.
Wat de avond bijzonder maakte was de aanwezige van een groot aantal bijenhouders uit Brummen en Zutphen. Zij voegden uit hun praktische ervaring nog andere oorzaken toe, zoals het ontbreken van voldoende voedsel (bloemen) voor de bijen, vooral in de nazomer en het gebruik van vaak doorgefokte niet-inheemse bijenrassen. Ook het gebruik van kunstraten (met daarin giftige stoffen) is niet bevorderlijk voor de gezondheid van de bijenvolken.
Later praatten we met elkaar over wat wij met de lokale gemeenschap in Zutphen kunnen doen. Vele suggesties werden aangedragen. De belangrijkste is wel dat we kunnen zorgen voor meer en gevarieerder voedsel voor de bijen, want vooral vanaf juli dreigen veel bijen van de honger om te komen of zodanig verzwakt te raken dat ze vatbaar raken voor ziekten. Door planten te zaaien die bijen lekker vinden (zogenaamde drachtplanten) kunnen we de bijen dus aanzienlijk helpen. Dit kan in particuliere tuinen, bij scholen, in het openbaar groen (meer fruitbomen), bij boeren en in het buitengebied (wegbermen en speciale bijenweitjes naar analogie van de paddenpoelen). Uiteraard zijn deze maatregelen ook goed voor andere bestuivers, zoals libellen en vlinders.
Een andere suggestie is een bewustzijnscampagne, gericht op de gebruikers van de voor bijen schadelijke gifsoorten. Dit zijn in de hoofdzaak boeren en tuinders, maar ook hoveniersbedrijven, de afdeling groenbeheer van de Gemeente en natuurlijk particulieren. Dit vraagt om aandacht, overredingskracht en campagne gericht op bewustzijn van het probleem.
Ten slotte werd ook de suggestie gegeven om meer imkers op te leiden die in de stad een klein aantal kasten houden. Ook insectenmuren kunnen een aardige bijdrage leveren aan de voor onze biodiversiteit zo belangrijke insectenstand.
Hoe we met deze ideeën verder gaan moet nog blijken. Een gezamenlijke aanpak is wenselijk. Van de kant van de bijenhouders werd in ieder geval steun toegezegd bij mogelijke projecten. Ook andere natuurgroepen in Zutphen en Warnsveld willen betrokken zijn. Het wachten is op initiatiefnemers, 10 oktober op de open space hopen we een eerste biodiversiteitsgroepje te kunen starten. De werkgroep zal in elk geval niet om kennis en hulp verlegen hoeven te zitten!